Pleidooi voor de Geesteswetenschappen

In een tijd waarin globalisatie, technologie en met name de bevordering van de economie voorop staan, lijken de Geesteswetenschappen steeds meer in het gedrang te komen. In de eeuwenoude discussie over wat belangrijker is voor de maatschappij voeren de Natuurwetenschappen sterk de boventoon. Dus wordt het nodig tijd om het bestaan van de talen, filosofie, literatuurwetenschappen en geschiedenis te verdedigen.

De Geesteswetenschappen lijken een uitstervend ras. We hebben tegenwoordig alleen nog maar aandacht voor de studies die gericht zijn op efficiëntie, die praktisch nut hebben en die een bijdrage leveren aan de bevordering van de economie. Het opdoen van vaardigheden wordt steeds vaker boven de vergaring van kennis geplaatst. 

De Geesteswetenschappen worden behandeld als iets dat geen bestaansrecht op zichzelf heeft. Ik heb namelijk vaak het gevoel dat ik mij moet verantwoorden als ik zeg dat ik een alfastudie doe. Dat ik dan als minder intelligent wordt neergezet en als minder waardevol voor de maatschappij. Dat ik mijn tijd aan het verklooien ben en naar toekomstige financiële zekerheid kan fluiten.  

Hoe dan ook hebben de Geesteswetenschappen wel degelijk praktisch nut. Ik heb geleerd te redeneren, mijn gedachten duidelijk te beschrijven en te onderbouwen, en te spreken in het openbaar (retorica). En misschien nog wel belangrijker, heb ik geleerd om verder te kijken dan mijn eigen wereldbeeld.  

Want dat is wat de Geesteswetenschappen doen. Ze vormen mensen en helpen mensen de geest te verruimen. Ze leren ons nadenken over onszelf en de wereld waarin wij leven. Discussies over nieuwe ideeën en ervaringen, over identiteit, over actuele problematiek en historische gebeurtenissen zijn cruciaal om te kunnen reflecteren op structuren in de maatschappij waarbinnen wij ons bevinden.  

Kortom, de Geesteswetenschappen zijn relevant, ook als het praktisch nut ervan minder aan de oppervlakte ligt dan bij praktijkgerichte studies. De ontwikkeling van puur menselijke competenties mag niet verloren gaan in een tijd van razendsnelle technologische groei. We moeten op zoek naar een balans. Want net als een lichaam niet zonder geest kan bestaan (en omgekeerd), geldt het soortgelijke voor de Natuur- en Geesteswetenschappen. Ze hebben elkaar nodig!