De beste stuurlui staan aan wal (letterlijk!)

In mijn vorige blog verwees ik er al een keertje naar: de waterpolotraining van een vriendin waar ik mee naartoe ging. Er werd als jaarafsluiting een klein toernooitje georganiseerd met teams gevormd uit leden en gasten door elkaar en wedstrijdjes van 8 minuten. Ik had tijd en zin, dus ik ging lekker mee. Zou vast leuk worden – toch?

Nou, ik kan jullie vertellen dat er geen betere manier is om je even helemaal te vernederd te voelen, dan ongetraind meedoen aan een waterpolotoernooi met ervaren spelers. Ze zwemmen rondjes om je heen en trekken kalmpjes de bal uit je handen terwijl jij bijna aan het verdrinken bent en al je moeite moet steken in je hoofd boven water houden. 8 minuten klinkt misschien niet lang, maar aan het eind ben je werkelijk doodop.  

Eerlijk is eerlijk, ik dacht niet meteen een sterspeler te worden, maar ik dacht wel dat het makkelijker zou zijn dan dit. Ik heb best een prima conditie door het hardlopen en ik heb ook wel balgevoel omdat ik een dikke tien jaar heb gekorfbald. Mijn conditie in het water bleek echter niet bestaand en de bal moeten vangen met één hand, terwijl ik hem jaren met twee handen mocht vangen, was ook een grotere uitdaging dan gedacht.  

Die avond ben ik dus nog maar eens geconfronteerd met de waarheid van het spreekwoord: ‘de beste stuurlui staan aan wal’. Het is inderdaad zo dat de mensen aan de kant van het water (dit keer letterlijk!) al gauw denken dat ze iets wel moeten kunnen, of soms zelfs béter zullen doen dan de mensen die de boot normaal varen, zogezegd, terwijl dit in de praktijk natuurlijk nergens op slaat.   

Wat jullie hiervan kunnen leren? In ieder geval dat je die irritante, zelfingenomen persoon die beweert met alle sporten wel te kunnen winnen, ‘want het ziet er toch makkelijk uit?’, best even het water in kunt duwen voor een waterpolotoernooi. Geloof me: je bent quickly humbled.   

Laura